Logicaschema’s voor BICT

Downloadbare logicaschema’s voor BICT

Op deze pagina’s hebben we voorbeelden van downloadbare logicaschema’s verzameld. Het is de bedoeling dat carrosseriebouwers ze kunnen gebruiken, hetzij ongewijzigd, hetzij aangepast aan hun eigen behoeften.

Om onze logicaschema’s te kunnen gebruiken is het BICT-gereedschap nodig, dat kan worden gedownload via Gereedschappen en diensten.

Meer informatie over BICT vindt u in de volgende documenten:

 

Voor gedetailleerde information selecteert u een logicaschema op de onderstaande tabbladen, of downloadt u deze verderop op deze pagina:

Basissjabloon

Beschrijving

Elektromechanische PTO EM5 P1 wordt bestuurd door de Scania BCI-regeleenheid via externe CAN-bus van carrosseriebouwer en noodzakelijke IO-signalen voor de noodstopfunctie.

 

Functie

Dit BICT-bestand bevat het basissjabloon om een interface te kunnen ontwikkelen tussen buildersignalen en het EM5P1-besturingssysteem

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

Kiepwagen

Beschrijving

Deze BICT-logica is van toepassing op een kippertoepassing met behulp van de EM5P1 en het besturen van 4 solenoïdekleppen met behulp van 2 programmeerbare

drukknoppen, 1 voor platte kiepwagen en 1 voor strooiwagen.

 

Functie

Deze BICT-logica is een verdere ontwikkeling van "EM5P1 BICT basic sjabloon" en sjabloon kan worden aangepast aan uw specifieke schakelaars., bijv. de programmeerbare drukknoppen van schakelaars.
Let erop dat BCI-uitgangen niet meer dan 3A kunnen leveren, dwz als de kleppen van uw kippermagneten meer stroom trekken, moeten relais worden gebruikt om deze solenoïdekleppen van stroom te voorzien.

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

Beschrijving

Met deze functie wordt de motor onmiddellijk uitgeschakeld als de motortemperatuur te hoog oploopt of de oliedruk te sterk daalt.

In geval van risico op lichamelijk letsel kan de motor worden uitgeschakeld met een noodstopschakelaar.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Vrachtwagens voor houttransport
  • Tankwagens
  • Vrachtwagens met kraan

Functie

Bij het activeren van de noodstopschakelaar detecteert de eerste operator [&] of de EG-krachtafnemer is geactiveerd. In dit geval wordt de motor uitgeschakeld.

De motor wordt ook uitgeschakeld als een van de volgende functies wordt geactiveerd in combinatie met de EG-krachtafnemer:

  • Lage oliedruk
  • Hoge koelvloeistoftemperatuur

Als de EG-krachtafnemer niet is aangesloten, heeft de noodstop geen invloed op de motor.

Beschrijving

Motorstart op afstand wordt gebruikt om de motor te starten zonder de contactsleutel naar de startstand te hoeven draaien, bijvoorbeeld met behulp van een schakelaar buiten de cabine.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Betonmixerwagens
  • Vrachtwagens met kraan

Functie

De motor start als een laag of hoog signaal1wordt geactiveerd via pen 9 (optioneel) in stekkerverbinding C259.

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

 

 

1. Moet vooraf worden ingesteld in BICT

Beschrijving

Motoruitschakeling op afstand wordt gebruikt om de motor uit te schakelen zonder de contactsleutel naar de vergrendelde stand te hoeven draaien, bijvoorbeeld met behulp van een schakelaar buiten de cabine.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Betonmixerwagens
  • Vrachtwagens met kraan

Functie

De motor start als een laag of hoog signaal 1 wordt geactiveerd via pen 10 (optioneel) in stekkerverbinding C259.

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

 

 

1. Moet vooraf worden ingesteld in BICT

Beschrijving

Met deze functie kan het motortoerental van buiten de cabine worden geregeld met behulp van een aansluiting via de BCI-regeleenheid.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Brandweerwagens
  • Betonmixerwagens
  • Betonpompwagens

Functie

Aansluiting via stekkerverbinding C259

  • Het motortoerental wordt verhoogd als een laag of hoog signaal 1 wordt geactiveerd via pen 1 (optioneel) in stekkerverbinding C259.
  • Het motortoerental wordt verhoogd als een laag of hoog signaal 2 wordt geactiveerd via pen 2 (optioneel) in stekkerverbinding C259.

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Aansluiting via EXT-schakelaar

Maak een aansluiting via de EXT-schakelaar om het motortoerental van buiten de cabine te kunnen regelen.

Wanneer de EXT-schakelaar wordt geactiveerd en de krachtafnemer wordt ingeschakeld, wordt motortoerental 1 geactiveerd.

N.B.: De EK-PTO die in dit logicaschema wordt getoond is slechts een voorbeeld. Alle soorten PTO's kunnen worden aangesloten.

De parameter Motortoerental 1 moet worden afgesteld in het programmeergereedschap voor carrosseriebouwers van Scania (SDP3), zoals getoond in onderstaande afbeelding.

  • Type regeling: schakelaarmodule voor cruise control.
  • De overige instelwaarden hangen af van de carrosseriebehoeften.


 

1. Moet vooraf worden ingesteld in BICT

Beschrijving

Met deze functie kan het motortoerental van buiten de cabine worden geregeld via een CAN-bericht van een externe regeleenheid.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Brandweerwagens
  • Betonmixerwagens
  • Betonpompwagens

CAN-signalen aansluiten

C493-3

Sluit de carrosseriefunctie aan op het lage, externe CAN-signaal via kabelboomconnector C493, pen 3.

C493-4

Sluit de carrosseriefunctie aan op het lage, externe CAN-signaal via kabelboomconnector C493, pen 4.

Functie

Om het motortoerental te kunnen verhogen of verlagen moeten de juiste CAN-berichten volgens protocol J1939 worden verzonden naar de regeleenheid voor de elektrische interface (BCI, communicatie-interface carrosserie).

Het volgende logicaschema maakt regeling van het motortoerental van buiten de cabine mogelijk via CAN-berichten. Wanneer de EXT-schakelaar wordt geactiveerd en de krachtafnemer wordt ingeschakeld, wordt motortoerental 1 geactiveerd.

N.B.: De EK-PTO die in dit logicaschema wordt getoond is slechts een voorbeeld. Alle soorten PTO's kunnen worden aangesloten.

De parameter Motortoerental 1 moet worden afgesteld in het programmeergereedschap voor carrosseriebouwers van Scania (SDP3), zoals getoond in onderstaande afbeelding.

  • Type regeling: externe CAN.
  • De overige instelwaarden hangen af van de carrosseriebehoeften.
  
 

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

Beschrijving

Met deze functie kan het motortoerental worden verhoogd of verlaagd op basis van verschillende voorwaarden, bijvoorbeeld met een ingeschakelde PTO, zoals getoond in onderstaand voorbeeld.

Voorbeeldtoepassingen:

  • Voorbereiding van de motor voor kiepen van platform.
  • Voorbereiding van de motor voor omhoogbrengen van kraan.

Geschikt voor toepassingen als:

  • Kiepwagens
  • Vrachtwagens met kraan

Functie

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Het volgende logicaschema maak het mogelijk het motortoerental te verhogen met een vooraf ingestelde waarde. Wanneer de EG-PTO is aangesloten, wordt motortoerental 1 geactiveerd.

N.B.: De EG-PTO die in dit logicaschema wordt getoond is slechts een voorbeeld. Alle soorten PTO's kunnen worden aangesloten.

De parameter Motortoerental 1 moet worden afgesteld in het programmeergereedschap voor carrosseriebouwers van Scania (SDP3), zoals getoond in onderstaande afbeelding.

  • Type regeling: vaste waarde.
  • De overige instelwaarden hangen af van de carrosseriebehoeften.

Beschrijving

Deze functie kan worden gebruikt om berichten van de carrosserie weer te geven in de instrumentengroep.

Geschikt voor alle soorten toepassingen.

Functie

De weergave van bestuurdersinformatie in de instrumentengroep wordt geactiveerd als een laag of hoog signaal1wordt geactiveerd via pen 1 (optioneel) in stekkerverbinding C259.

Een geschikte oplossing om signalen buiten de cabine te kunnen ontvangen is het aansluiten van een kabelboom voor carrosseriefuncties op stekkerverbinding C494. De kabelboom wordt vertakt naar de 3 DIN-stekkerverbindingen C486, C487 en C488.

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:



1. Moet vooraf worden ingesteld in BICT

Beschrijving

Deze functie voorkomt dat de bestuurder met een ontgrendelde koppelschotel rijdt.

Als de vergrendeling wordt geopend tijdens het rijden, krijgt de bestuurder een waarschuwingsindicatie te zien en wordt de rijsnelheid verlaagd tot 10 km/u (6 mph).

Geschikt voor toepassingen als:

  • Voertuigen met afstelbare koppelschotel
  • Trekkers

Functie

  • Wanneer de koppelschotelschakelaar en de handrem zijn ingeschakeld, opent de operator [&] de koppelschotelvergrendeling als de rijsnelheid hoger is dan 1 km/u (0,6 mph).
 
  • Wanneer de functie wordt geactiveerd, is het mogelijk om de handrem los te zetten en met het voertuig te rijden om de positie van de koppelschotel af te stellen.
 
  • Wanneer wordt gereden met ingeschakelde koppelschotelschakelaar, sluit de functie de koppelschotelvergrendeling als de rijsnelheid hoger is dan 5 km/u (3,1 mph).
 
  • Als de koppelschotelschakelaar niet wordt uitgeschakeld tijdens het rijden, kan niet sneller worden gereden dan 10 km/u (6 mph).
 
  • Als een van de sensoren een beweging van de koppelschotel vaststelt, krijgt de bestuurder een waarschuwingsindicatie te zien in de instrumentengroep.
 
  • Als beide sensoren vaststellen dat de koppelschotel open is, krijgt de bestuurder een waarschuwingsindicatie te zien in de instrumentengroep en wordt de rijsnelheid verlaagd tot 10 km/u (6 mph).

N.B.: 
De afhankelijkheid van de parkeerrem garandeert dat het voertuig stilstaat wanneer de functie wordt geactiveerd.

De snelheidwaarden voor regeling op basis van voorwaarden moeten worden afgesteld met het programmeergereedschap voor carrosseriebouwers van Scania (SDP3), zoals getoond in onderstaande afbeelding.

Willekeurig gestuurde uitgangssignalen 1: 

  • Bovengrens voertuigsnelheid voor toegestane activering.
    Waarde ingesteld op: 1 km/u
 
  • Bovengrens voertuigsnelheid voor deactivering.
    Waarde ingesteld op: 5 km/u
 
  • Opnieuw activeren verhinderen
    Waarde ingesteld op: met

 

 

Meer informatie vindt u in de volgende documenten:

Beschrijving

Deze functie maakt het mogelijk om indicaties weer te geven in de instrumentengroep als de trailerkoppeling open of gesloten is. De controlelamp kan worden uitgeschakeld met een veerbelaste bevestigingsschakelaar.

Als de trailerkoppeling open is, gaat de controlelamp voor open trekeenheid onmiddellijk branden.

Geschikt voor voertuigen met een op afstand bediende trailerkoppeling of gekoppelde dolly met oplegger.

Functie

Deze functie maakt het mogelijk om indicaties weer te geven in de instrumentengroep als de trailerkoppeling open of gesloten is. De controlelamp kan worden uitgeschakeld met een veerbelaste bevestigingsschakelaar.

Als de trailerkoppeling open is, gaat de controlelamp voor open trekeenheid onmiddellijk branden.

Geschikt voor voertuigen met een op afstand bediende trailerkoppeling of gekoppelde dolly met oplegger.

Klik op de afbeelding om in te zoomen

 

Meer informatie vindt u in de volgende documenten: